The Adventures of Tom Sawyer

De lotgevallen van Tom Sawyer

   CHAPTER XII

   HOOFDSTUK XII.

   ONE of the reasons why Tom's mind had drifted away from its secret troubles was, that it had found a new and weighty matter to interest itself about. Becky Thatcher had stopped coming to school. Tom had struggled with his pride a few days, and tried to "whistle her down the wind," but failed. He began to find himself hanging around her father's house, nights, and feeling very miserable. She was ill. What if she should die! There was distraction in the thought. He no longer took an interest in war, nor even in piracy. The charm of life was gone; there was nothing but dreariness left. He put his hoop away, and his bat; there was no joy in them any more. His aunt was concerned. She began to try all manner of remedies on him. She was one of those people who are infatuated with patent medicines and all new-fangled methods of producing health or mending it. She was an inveterate experimenter in these things. When something fresh in this line came out she was in a fever, right away, to try it; not on herself, for she was never ailing, but on anybody else that came handy. She was a subscriber for all the "Health" periodicals and phrenological frauds; and the solemn ignorance they were inflated with was breath to her nostrils. All the "rot" they contained about ventilation, and how to go to bed, and how to get up, and what to eat, and what to drink, and how much exercise to take, and what frame of mind to keep one's self in, and what sort of clothing to wear, was all gospel to her, and she never observed that her health-journals of the current month customarily upset everything they had recommended the month before. She was as simple-hearted and honest as the day was long, and so she was an easy victim. She gathered together her quack periodicals and her quack medicines, and thus armed with death, went about on her pale horse, metaphorically speaking, with "hell following after." But she never suspected that she was not an angel of healing and the balm of Gilead in disguise, to the suffering neighbors.

   Een der oorzaken, waardoor Toms geheime kwellingen meer op den achtergrond geraakten, was te vinden in eene nieuwe en gewichtige zaak, die zijn gemoed vervulde. Becky Thatcher kwam niet meer op school. Hij had een dag of wat met zijn trots strijd gevoerd en getracht te doen alsof zij niet bestond, maar het was hem niet gelukt. Van lieverlede begon hij weer langs haar vaders huis te slenteren en zich ongelukkig te gevoelen. Als zij eens stierf! Die gedachte was genoeg om hem krankzinnig te maken. Hij had geen liefhebberij meer in oorlog spelen, zelfs niet in het zeerooverspel. De bekoorlijkheid van het leven was verdwenen en niets dan ellende was overgebleven. Hij borg zijn hoepel en zijn kolfstok, want al de pret van hoepelen was voorbij. Zijne somberheid wekte tantes onrust en zij begon allerlei soorten van geneesmiddelen op hem toe te passen. Juffrouw Polly behoorde tot die lieden, welke verzot zijn op huismiddeltjes en dwepen met alle pas uitgevonden methodes tot verbetering en onderhoud der gezondheid. De lust om van al die dingen de proef te nemen was haar als ingeroest. Zoodra er op dit gebied iets nieuws op het tapijt kwam, rustte zij niet eer het aan haar huis was toegepast;--niet op haar zelve, want zij was nooit ziek, maar op ieder ander, dien zij onder handen kon krijgen. Zij had ingeteekend op alle mogelijke tijdschriften over de gezondheidsleer en op alle dwaze vertoogschriften over de geneeskunde, en de hoogdravende artikelen waarmede deze waren opgevuld, werden door haar met gejuich ontvangen. Al de onzin, die er werd uitgekraamd over ventilatie en de voorschriften die gegeven werden over het opstaan en het naar bed gaan, het gebruik van spijs en drank, het nemen van lichaamsbeweging, over de gemoedsstemming waarin men moet verkeeren, over de soort van kleeding die men dragen moet, was evangelietaal voor haar, en zij bemerkte nooit, dat hare gezondheidsjournalen van de loopende maand gewoonlijk tegenspraken wat zij in de vorige met veel ophef verkondigd hadden. Zij was het eenvoudigste en oprechtste schepsel dat er leefde en werd daardoor gemakkelijk om den tuin geleid. Zij verzamelde al de kwakzalverachtige tijdschriften en geneesmiddelen om zich heen, en leefde dan in de overtuiging dat zij een engel in menschengedaante was, die den balsem van Gilead aan hare lijdende naasten kwam brengen.

   The water treatment was new, now, and Tom's low condition was a windfall to her. She had him out at daylight every morning, stood him up in the wood-shed and drowned him with a deluge of cold water; then she scrubbed him down with a towel like a file, and so brought him to; then she rolled him up in a wet sheet and put him away under blankets till she sweated his soul clean and "the yellow stains of it came through his pores"--as Tom said.

   Op dat tijdstip waarvan wij spreken, begon de koudwaterkuur aan de orde te komen, en Toms droefgeestigheid kwam haar tot het toepassen van de kuur verbazend in de hand. Voor dag en dauw werd hij uit zijn bed gehaald en in de houtschuur gesleept en met een stortvloed van koud water overstelpt. Dat water werd met een harden handdoek afgedroogd, en vervolgens werd de jongen in natte lakens gewikkeld en onder de dekens gestopt, totdat hij zoo ging zweeten, dat zijn ziel, zooals hij zeide, door zijne poriën kwam kijken.

   Yet notwithstanding all this, the boy grew more and more melancholy and pale and dejected. She added hot baths, sitz baths, shower baths, and plunges. The boy remained as dismal as a hearse. She began to assist the water with a slim oatmeal diet and blister-plasters. She calculated his capacity as she would a jug's, and filled him up every day with quack cure-alls.

   Niettegenstaande al die geneesmiddelen werd de knaap hoe langer hoe neerslachtiger, bleeker en slapper. Toen kwamen de heete baden, zitbaden, stortbaden en douches. De knaap was en bleef droefgeestig. Daarop werd aan de waterkuur een diëet toegevoegd van dunne havergortpap en werden er Spaansche vliegen toegepast. Tante Polly toch berekende de inhoudsruimte van haar neef naar die van een kruik en vulde hem op, totdat hij vol was.

   Tom had become indifferent to persecution by this time. This phase filled the old lady's heart with consternation. This indifference must be broken up at any cost. Now she heard of Pain-killer for the first time. She ordered a lot at once. She tasted it and was filled with gratitude. It was simply fire in a liquid form. She dropped the water treatment and everything else, and pinned her faith to Pain-killer. She gave Tom a teaspoonful and watched with the deepest anxiety for the result. Her troubles were instantly at rest, her soul at peace again; for the "indifference" was broken up. The boy could not have shown a wilder, heartier interest, if she had built a fire under him.

   Langzamerhand geraakte Tom door al dat wasschen en plassen in een staat van verdooving en onverschilligheid. Dit verschijnsel vervulde de oude dame met schrik en er moest een einde aan gemaakt worden, het kostte wat het wilde. Daar leest zij in de courant van een nieuw zenuwmiddel! Dadelijk werd er een flesch besteld, geproefd en goed bevonden. De waterkuur werd opgegeven en alles van het zenuwmiddel verwacht. Een theelepeltje vol werd den knaap ingegeven, waarvan het resultaat in angstige spanning werd te gemoet gezien. Reeds bij de eerste proef week haar onrust en keerde de kalmte in haar ziel terug. Immers de onverschilligheid was op eens verdwenen. De knaap, al had zij hem op een gloeiende plaat gezet, kon niet schielijker woest en luidruchtig zijn.

   Tom felt that it was time to wake up; this sort of life might be romantic enough, in his blighted condition, but it was getting to have too little sentiment and too much distracting variety about it. So he thought over various plans for relief, and finally hit upon that of professing to be fond of Pain-killer. He asked for it so often that he became a nuisance, and his aunt ended by telling him to help himself and quit bothering her. If it had been Sid, she would have had no misgivings to alloy her delight; but since it was Tom, she watched the bottle clandestinely. She found that the medicine did really diminish, but it did not occur to her that the boy was mending the health of a crack in the sitting-room floor with it.

   Wat was hiervan de reden? Tom voelde, dat het tijd werd, weder wakker te worden. Het leven, 't welk hij thans leidde, mocht in zijn treurigen toestand iets romantisch hebben, het was te saai en te gelijk te vol akelige afwisseling om lang zóó te kunnen blijven. Daarom zon hij op allerlei middelen om er een eind aan te maken, en besloot verzotheid op het nieuwe drankje voor te wenden. Hij vroeg er zoo dikwijls om, dat het tante begon te vervelen en zij eindigde met hem te zeggen, dat hij maar leeren moest zelf in te nemen en haar er niet meer mede lastig vallen. Ware het Sid geweest, zij zou die liefhebberij in het geneesmiddel niet mistrouwd hebben, maar op Tom moest heimelijk een oogje gehouden worden. Tot hare geruststelling echter bemerkte zij, dat de inhoud wezenlijk verminderde, doch het kwam niet in haar op te vermoeden, dat de knaap de geneeskracht van den drank, niet op zijn eigen lichaam beproefde, maar op den vloer der huiskamer en het vocht in een spleet onder het karpet uitgoot.

   One day Tom was in the act of dosing the crack when his aunt's yellow cat came along, purring, eyeing the teaspoon avariciously, and begging for a taste. Tom said:

   Op zekeren dag was hij daar juist mede bezig, toen tantes gele kat, kopjes gevende en spinnende, naar het theelepeltje kwam kijken, blijkbaar vol lust om er van te snoepen.

   "Don't ask for it unless you want it, Peter."

   "Dat is verboden waar voor jou, poesje," zeide Tom tot de kat.

   But Peter signified that he did want it.

   Doch de poes maakte een gebaar alsof zij er anders over dacht.

   "You better make sure."

   "Neen, poes, raak er niet aan."

   Peter was sure.

   De poes hield echter vol.

   "Now you've asked for it, and I'll give it to you, because there ain't anything mean about me; but if you find you don't like it, you mustn't blame anybody but your own self."

   "Nu, als je het dan volstrekt wilt hebben, zal ik het je wel geven, want mij helpt het geen zier. Doch als het je niet goed bekomt, kan ik het niet helpen."

   Peter was agreeable. So Tom pried his mouth open and poured down the Pain-killer. Peter sprang a couple of yards in the air, and then delivered a war-whoop and set off round and round the room, banging against furniture, upsetting flower-pots, and making general havoc. Next he rose on his hind feet and pranced around, in a frenzy of enjoyment, with his head over his shoulder and his voice proclaiming his unappeasable happiness. Then he went tearing around the house again spreading chaos and destruction in his path. Aunt Polly entered in time to see him throw a few double summersets, deliver a final mighty hurrah, and sail through the open window, carrying the rest of the flower-pots with him. The old lady stood petrified with astonishment, peering over her glasses; Tom lay on the floor expiring with laughter.

   Poesje stemde stilzwijgend toe en Tom spalkte haar den bek open en goot er eene hoeveelheid van den drank in. De kat sprong een paar el in de lucht, hief toen een jammerlijk geschreeuw aan, danste de kamer rond, sloeg tegen de meubels, wierp de bloempotten omver en gooide alles het onderstboven. Vervolgens ging zij op de achterpooten staan, draaide met den kop en miauwde van angst. Daarna liep ze weer als een razende het huis door en bracht overal verwarring en vernieling met zich. Juist toen tante Polly de kamer binnenkwam, was zij bezig een paar kostbare planten te vernielen en met een helsch geschreeuw door het open raam te springen, inderhaast nog de rest van de bloempotten met zich sleepende. De oude dame stond versteend van schrik over haar bril te staren, terwijl Tom op den grond lag te gillen van het lachen.

   "Tom, what on earth ails that cat?"

   "Wat, in 's hemels naam, scheelt de kat, Tom?"

   "I don't know, aunt," gasped the boy.

   "Ik, ik zou het u niet kunnen zeggen," grinnikte de knaap.

   "Why, I never see anything like it. What did make him act so?"

   "Wel, ik heb nog nooit zoo iets gezien. Hoe komt zij zoo?"

   "Deed I don't know, Aunt Polly; cats always act so when they're having a good time."

   "Ik weet het wezenlijk niet, tante Polly. Katten doen altijd zoo, als zij schik hebben."

   "They do, do they?" There was something in the tone that made Tom apprehensive.

   "Doen ze dat?" Er was iets in den toon, dat Tom vrees aanjoeg.

   "Yes'm. That is, I believe they do."

   "Ja, tante," zeide hij, iets minder boud; "dat geloof ik ten minste."

   "You do?"

   "Geloof je dat?"

   "Yes'm."

   "Ja."

   The old lady was bending down, Tom watching, with interest emphasized by anxiety. Too late he divined her "drift." The handle of the telltale tea-spoon was visible under the bed-valance. Aunt Polly took it, held it up. Tom winced, and dropped his eyes. Aunt Polly raised him by the usual handle--his ear--and cracked his head soundly with her thimble.

   De oude dame bukte zich en Tom verbeidde met angst den afloop. Doch hij begreep hare bedoeling te laat. Daar lag het verklappend theelepeltje achter de franjes van het bedgordijn. Tante Polly nam het op en hield het hem voor den neus. Tom deinsde terug en sloeg de oogen neder. Tante pakte hem bij het gewone handvatsel--zijn oor--en kneep dit lichaamsdeel zoo, dat men zijn hoofd hoorde kraken.

   "Now, sir, what did you want to treat that poor dumb beast so, for?"

   "Nu, jongeheer, waarom moest dat stomme dier zoo mishandeld worden?"

   "I done it out of pity for him--because he hadn't any aunt."

   "Ik deed het uit medelijden met haar,--omdat zij geen tante heeft."

   "Hadn't any aunt!--you numskull. What has that got to do with it?"

   "Geen tante, deugniet?--Wat heeft dat er mede te maken?"

   "Heaps. Because if he'd had one she'd a burnt him out herself! She'd a roasted his bowels out of him 'thout any more feeling than if he was a human!"

   "O, heel veel! Omdat, als zij er eene had, deze haar gebrand zou hebben en haar de ingewanden geroosterd als ware zij een mensch geweest."

   Aunt Polly felt a sudden pang of remorse. This was putting the thing in a new light; what was cruelty to a cat might be cruelty to a boy, too. She began to soften; she felt sorry. Her eyes watered a little, and she put her hand on Tom's head and said gently:

   Tante Polly voelde plotseling een knagende gewetenswroeging. Hetgeen wreed was voor de kat, kon ook wreed voor een jongen wezen. Haar hart werd verteederd. Zij kreeg spijt en hare oogen begonnen vochtig te worden; en hare hand op Toms hoofd leggende, zeide zij vriendelijk:

   "I was meaning for the best, Tom. And, Tom, it did do you good."

   "Ik deed het om bestwil, Tom. En, jongen, 't heeft u immers goed gedaan?"

   Tom looked up in her face with just a perceptible twinkle peeping through his gravity.

   Tom keek haar aan en zeide, terwijl hij een knipoogje maakte:

   "I know you was meaning for the best, aunty, and so was I with Peter. It done him good, too. I never see him get around so since--"

   "Ik weet, dat u het voor mij om bestwil gedaan hebt, en ik deed eveneens met de poes. Het heeft haar ook goed gedaan, want ik heb haar nooit zoo netjes zien dansen.

   "Oh, go 'long with you, Tom, before you aggravate me again. And you try and see if you can't be a good boy, for once, and you needn't take any more medicine."

   "O, maak dat je wegkomt, voordat ik weer boos word!" riep tante uit. "En doe nu eindelijk je best eens om een brave jongen te worden. Medicijnen behoef je voorloopig niet meer te nemen."

   Tom reached school ahead of time. It was noticed that this strange thing had been occurring every day latterly. And now, as usual of late, he hung about the gate of the schoolyard instead of playing with his comrades. He was sick, he said, and he looked it. He tried to seem to be looking everywhere but whither he really was looking--down the road. Presently Jeff Thatcher hove in sight, and Tom's face lighted; he gazed a moment, and then turned sorrowfully away. When Jeff arrived, Tom accosted him; and "led up" warily to opportunities for remark about Becky, but the giddy lad never could see the bait. Tom watched and watched, hoping whenever a frisking frock came in sight, and hating the owner of it as soon as he saw she was not the right one. At last frocks ceased to appear, and he dropped hopelessly into the dumps; he entered the empty schoolhouse and sat down to suffer. Then one more frock passed in at the gate, and Tom's heart gave a great bound. The next instant he was out, and "going on" like an Indian; yelling, laughing, chasing boys, jumping over the fence at risk of life and limb, throwing handsprings, standing on his head--doing all the heroic things he could conceive of, and keeping a furtive eye out, all the while, to see if Becky Thatcher was noticing. But she seemed to be unconscious of it all; she never looked. Could it be possible that she was not aware that he was there? He carried his exploits to her immediate vicinity; came war-whooping around, snatched a boy's cap, hurled it to the roof of the schoolhouse, broke through a group of boys, tumbling them in every direction, and fell sprawling, himself, under Becky's nose, almost upsetting her--and she turned, with her nose in the air, and he heard her say: "Mf! some people think they're mighty smart--always showing off!"

   Tom ging dien middag vroeg naar school en bleef voor de deur staan, in plaats van met zijne makkers te spelen. Hij verklaarde zich voor ziek en zag er ook niet heel goed uit. Schijnbaar keek hij naar alles, behalve naar hetgeen waarop hij wezenlijk zijn oog gericht hield--namelijk, naar den weg. Daar kwam Jeff Thatcher aan en Toms gelaat klaarde wat op. Hij begon een gesprek met hem en zocht op allerlei manieren iets omtrent Becky te weten te komen, doch de looze jongen scheen er niets van te merken. Tom wachtte en wachtte, en zijn oogen schitterden telkens, wanneer er een jurkje in het gezicht kwam, doch zoodra hij ontdekte dat de draagster van het jurkje niet de rechte persoon was, sloeg hij ze verdrietig neer. Eindelijk kwamen er geen japonnetjes meer voorbij en hij verviel in eene hopelooze neerslachtigheid. Hij trad het leege schoolgebouw binnen en gaf zich aan zijn verdriet over. Maar op eens ontdekte hij weder een jurkje en zijn hart klopte hoorbaar. Geen minuut later was hij de school uit en als een clown aan het kunsten maken. Hij gilde, lachte, zat de jongens achterna, sprong met levensgevaar over het hek, ging op zijn hoofd staan en verrichtte al de heldendaden, die hij maar kon uitdenken, terzelfder tijd voortdurend heimelijke blikken werpend op Becky Thatcher, om te zien of zij het wel merkte. Doch zij scheen er niet op te letten en keek steeds een anderen kant uit. Was het mogelijk dat zij niet zag, dat hij daar was? Toen ging hij zijne gymnastische oefeningen in hare onmiddellijke nabijheid uitvoeren, liep met veel lawaai tusschen de jongens door, greep er een de pet van het hoofd, slingerde die over het dak van de school en danste en sprong, totdat hij vlak voor Becky stond en bijna tegen haar aanliep. En zij, zij keerde zich om, en Tom hoorde haar zeggen:

    "Ba! sommige menschen verbeelden zich, dat zij ijselijk grappig zijn; zij doen altijd kunsten om gezien te worden."

   Tom's cheeks burned. He gathered himself up and sneaked off, crushed and crestfallen.

   Tom werd gloeiend rood en droop verslagen af.