那天晚上湯姆和哈克作好準備去冒一次險。他倆在客棧周圍轉悠到9點後才開始行動。一個在老遠處注視着小巷子,另外一個看客棧的門。巷子裡沒人來往,進出客棧的人,沒有那個西班牙人的影子。晚上好像不太黑。湯姆回家前和哈克約定,如果夜色不錯,哈克就出來學貓叫,湯姆聽到後就溜出去用鑰匙試開門。可是那晚天色明亮,哈克12點左右結束望風,到空糖桶睡覺去了。
Dienzelfden avond waren Huck en Tom van zessen klaar on het waagstuk te ondernemen. Zij bleven tot na negen uren in de buurt der herberg omhangen, terwijl de een bij de steeg en de ander bij de deur der herberg wacht hield. Niemand ging het straatje in of uit; niemand die op den Spanjaard geleek, stapte naar de herberg of kwam er vandaan. Daar de nacht beloofde zeer helder te zijn, ging Tom naar huis met de afspraak, dat indien het onverhoopt nog donker werd, Huck zou komen "miauwen," en hij de deur zou uitsluipen en de sleutels probeeren. Doch de nacht bleef onbewolkt en Huck gaf het wachthouden op en ging tegen middernacht in een leege suikerton slapen.
星期二,兩個孩子遭了同樣的歹運,星期三也是如此。到星期四晚上,天氣有起色。湯姆提着姨媽那只洋鐵舊燈籠,拿了一條遮燈光的大毛巾,乘機溜出去。他把燈籠藏在哈克的糖桶裡,開始望風。午夜前一小時,客棧關了門,連那僅有的燈光也熄滅了。西班牙人沒露面,巷子裡也沒人走動,一切平安無事。夜色深深,萬籟俱靜,遠處偶爾傳來一兩聲雷聲。
Dinsdag hadden de knapen denzelfden tegenspoed. Woensdag ook. Doch Donderdagnacht beloofde beter te zijn. Tom sloop ter goeder ure met tantes dievenlantarentje de deur uit en nam een grooten handdoek met zich, om daarmede het licht te bedekken. Hij verborg de lantaarn in Hucks suikerton en het wachthouden begon. Tegen elf uren werd de herberg gesloten en werden de lichten, de eenige uit de geheele buurt, uitgedaan. Geen Spanjaard werd er gezien. Niemand was het steegje in- of uitgegaan. Alles was gunstig. Overal zwarte duisternis en doodelijke stilte, alleen afgewisseld door het verwijderd gerommel van den donder.
湯姆拿起燈籠,在糖桶裡點亮後用毛巾將它緊緊圍住。夜幕中兩個探險者躡手躡腳朝客棧走去。哈克放哨,湯姆摸着進了巷子。好一陣工夫,哈克焦急地等待着,心頭好像壓着座大山那樣沉重。他希望能看到燈籠閃一下光,這雖然讓他害怕,但它至少說明他還活着。湯姆好像走了有好幾個小時似的。他一定是昏過去了,要麼就是死了,或許因害怕和興奮,心臟炸裂了。不安中,哈克已不知不覺地接近那條小巷,心裡誠惶誠恐,時刻準備着意外不測的降臨,一下子把他嚇得憋過氣去。事實上他已沒有多少氣了,他現在只能一點一點呼吸,這樣下去不久就會心力衰竭。突然燈光一閃,只見湯姆狂奔着從他身邊跑過。 “快逃!”他說,“快逃命!”
Tom nam zijn lantaren, stak haar in de ton aan en bedekte haar zorgvuldig met den handdoek, en de avonturiers kropen in de duisternis naar de herberg. Huck bleef op schildwacht staan en Tom liep op den tast de steeg in. Al wachtende voelde Huck zich door een doodelijken angst gedrukt en hunkerde hij naar het oogenblik, waarop hij een straaltje van Toms lantaarn zou zien, opdat hij een teeken mocht hebben dat zijn kameraad nog leefde. Uren schenen voorbijgegaan sedert Tom was verdwenen. Hij was zeker flauw gevallen, wellicht dood; misschien was hem van angst en schrik het hart gebroken. In zijn angst ging Huck hoe langer hoe dichter bij de steeg staan, in vreeze van allerlei ontzettende dingen te zullen zien en elk oogenblik verwachtende dat er een ongeluk zou komen, dat hem den laatsten adem zou doen uitblazen. Daarvoor was niet veel noodig, want hij scheen nauwelijks in staat een vingerhoedje adem te halen, en zijn hart bonsde zoo geweldig, dat het welhaast moest barsten. Plotseling zag hij een lichtstraal en fluisterde Tom hem in 't oor: "Loop! loop, als ge uw leven liefhebt!"
他不必再重說,一遍就夠了,還沒等湯姆再說下去,哈克的速度已達到每小時三四十里,他倆一口氣跑到村頭舊屠宰場的空木棚那裡才停下來。他們剛到屋檐下,風暴就來了,接着大雨傾盆而下,湯姆一緩過氣就說:
Hij behoefde het niet te herhalen; eenmaal was genoeg. Huck was in vliegenden galop voortgeijld eer het woord ten tweeden male was uitgesproken. De knapen hielden niet stil, eer zij de loods van een verlaten slachthuis hadden bereikt. Juist toen zij deze schuilplaats gevonden hadden, barstte het onweder los en stroomde de regen naar binnen. Zoodra Tom weder kon ademhalen, zeide hij:
“哈克,真恐怖。我儘量輕地開門,試了兩把鑰匙,聲音嘩嘩直響,嚇得我氣都喘不過來,鑰匙也轉不動了。後來,不知怎的我抓住門柄,結果門開了,門原來沒上鎖。我連忙跳進去,扯下燈籠上的毛巾,我的媽呀,我差點沒被嚇死。”
"Huck, het was verschrikkelijk! Ik probeerde twee of drie sleutels, zoo zacht als ik kon, maar zij maakten zulk een drommelsch geraas, dat ik van schrik nauwelijks op mijne beenen kon blijven staan. Ik kon het slot ook niet omdraaien. Op eens bemerkte ik, dat ik den knop vasthield en dat de deur openging. Zij was niet dicht geweest. Ik strompelde naar binnen, nam den handdoek van de lantaarn en--o, groote geest van Cesar....!"
“是什麼?——湯姆你看見了什麼?”
"Wat--wat zag je, Tom?"
“哈克,我差點正踩上印第安·喬的手!”
"Huck, ik was bijna op de hand gestapt van Injun Joe!"
“不會的!”
"'t Is toch niet waar?"
“沒錯!他躺在那裡,睡得很熟,眼睛上還貼著那塊紗布,手臂攤開。”
"Ja wel. Hij lag daar, met den groenen lap op zijn oog en uitgestrekte armen op den vloer te slapen."
“乖乖,你幹了什麼?他醒了嗎?”
"Heere, Heere! En wat heb je toen gedaan? Werd hij wakker?"
“沒醒,連動也沒動。我想,一定是喝醉酒了。我抓起毛巾就往外跑!”
"Neen, hij bewoog zich niet. Zeker dronken. Ik greep den handdoek en ijlde weg."
“我要是你的話,連毛巾都不要了。”
"Waarachtig, ik zou niet eens aan den handdoek gedacht hebben!"
“我不行。要是丟了毛巾,姨媽會讓我好受的。”
"Nu, ik wel. Tante zou mij krijgen, als ik hem verloren had."
“喂,湯姆,你見到那箱子了嗎!”
"Zeg, eens, Tom, heb je de kist gezien?"
“哈克,我哪有時間看呢,沒看到箱子,也沒見到十字,除印第安·喬身邊的地上有一個瓶和一隻洋鐵杯之外,別的什麼也沒看見。對了,還看到屋裡有兩隻酒桶和一堆瓶子,你明白了吧,哈克,你說說,那間閙鬼的房子到底怎麼了?”
"Huck, ik heb niet gewacht on rond te kijken; ik heb de kist niet gezien en ik heb het kruis niet gezien. Ik zag niets dan een flesch en een tinnen kroes op den grond naast Injun Joe. Ja toch, ik zag twee vaatjes en een menigte flesschen in de kamer. Vat je nu niet, wat ze in die spookkamer uitvoeren?"
“怎麼了?”
"Wat dan?"
“閙鬼,閙的是酒鬼!也許所有的禁酒客棧都有個閙鬼的房間,喂,哈克,你說是不是?”
"Wel, zij spookt van de brandewijnvaatjes, 't Is best mogelijk, dat al de Matigheidsherbergen zoo'n spookkamer hebben, Huck."
“嗯,我想你說得對。誰也想不到有這樣的怪事?可話說回來了,湯姆,現在乘印第安·喬還醉着,正是拿箱子的好機會。”
"Ja, dat kan wel. Wie zou dat ooit gedacht hebben! Maar Tom, 't is nu juist een allemachtig goed oogenblik on de kist te krijgen, als Injun Joe dronken is."
“說的是!不過,你去試試!”
"Dat is waar! Wil je het probeeren?"
哈克嚇得直打哆嗦。
Huck sidderde.
“得了,不——我看不行。”
"Neen, liever niet."
“我也覺得不行,哈克,一瓶酒是醉不倒印第安·喬的,他身邊要是有三瓶,那他一定爛醉,我也敢去試一試。”
"Ik ook niet, Huck. Eén flesch naast Injun Joe is niet genoeg. Indien er drie gestaan hadden, zou ik het gedaan hebben."
湯姆沉思了很久後才開口說:
Er volgde een lange pauze; eindelijk zeide Tom:
“哈克,聽著,只要印第安·喬一刻不走,我們就別試了。太嚇人了。要是每天晚上都盯着點,我們肯定能看到他出來,無論何時,只要他一出來,我們就閃電般衝進去,抱著箱子就跑。”
"Zie eens Huck, ik geloof dat het beter is, dat zaakje niet te probeeren, totdat we weten dat Injun Joe er niet is. 't Is te vreeselijk.--Nu, indien wij elken nacht de wacht houden, kunnen wij er zeker van zijn, hem den of anderen tijd de kamer te zien uitgaan, en dan zullen wij de kist er zoo gauw mogelijk uithalen."
“行,我贊成,我一夜看到亮,天天晚上看,你負責去抱箱子。”
"Uitmuntend. Ik zal den heelen nachten waken en zal dat de eerste weken blijven doen, als jij het andere deel van de karwei op je neemt."
“好,就這麼定下來。你到琥珀街去,過一個街區,並學貓叫。要是我睡着了,就朝窗上扔個小石頭,叫醒我。”
"Goed, ik beloof het je. Al wat jij te doen hebt, is op een draf te loopen naar Hooper-street en te miauwen; en als ik slaap, gooi je maar wat zand tegen het raam, dan word ik wel wakker.
“沒問題,太妙了!”
"Best, dat blijft afgesproken."
“哈克,風暴停了,我要回家去。再過一兩個小時,天就亮了,你堅持看守這段時間,行嗎?”
"Nu, Huck, het onweder is voorbij en ik ga naar huis. Over een paar uren breekt de dag aan. Jij gaat terug en blijft wachten, niet waar?"
“我說過的就干,湯姆,我願意幹。我願每晚去盯那客棧,盯一年都行,白天睡覺,晚上盯個整夜。”
"Ik heb gezegd, Tom, dat ik het doen zal en ik zal het doen. Ik zal een jaar lang om de herberg blijven ronddolen. Ik zal over dag slapen en 's nachts waken."
“這就好,你打算睡在什麼地方?”
"Dat is goed. Waar ga je dan slapen?"
“本·羅傑斯家的乾草棚裡。他讓我睡,他爸爸用的那個黑人傑克叔也讓我睡,只要傑克叔要我干,我就幫他提水。有吃的時候,我要,他就給我一點。他真是個好人,湯姆。他喜歡我,我對他從不擺臭架子,有時坐下來和他一起吃飯。不過不要跟別人講。一個人餓的時候,就管不了那麼多了。只要有吃,什麼事都願意幹。”
"In de hooischuur van Ben Rogers. Hij laat mij dat vrij doen, en de zwarte knecht van zijn ouden heer, oom Jack, vindt het ook goed. Ik draag wel eens water voor oom Jack, en hij geeft mij, als hij het missen kan, nu en dan een beetje eten. 't Is een verduiveld goede nikker, die Jack, Tom!--Hij houdt van mij, omdat ik niet altijd doe alsof ik voornamer ben dan hij. Wij hebben ook wel eens samen gegeten. Maar dat moet je niet vertellen. Een mensch doet soms dingen, als hij honger heeft, die hij laten zou, als hij altijd genoeg kreeg."
“好,白天要是用不着你,你就睡覺,我不會來煩你。晚上如有事情,就趕快跑到附近,學聲貓叫就行了。”
"Nu, als ik je over dag niet noodig heb, Huck, zal ik je laten slapen. Ik zal je niet komen plagen. Als je 's nachts wat ziet, loop dan even aan om te miauwen."