LES AVENTURES DE TOM SAWYER

De lotgevallen van Tom Sawyer

   CHAPITRE XXVIII

   HOOFDSTUK XXIII.

   Cette nuit-là, Tom et Huck s’apprêtèrent à tenter l’aventure. Jusqu’à neuf heures passées, ils rôdèrent aux abords de la taverne, l’un surveillant l’impasse, l’autre l’entrée de l’auberge. Personne n’emprunta l’allée. Personne qui ressemblât à l’Espagnol ne franchit le seuil de la taverne. La nuit s’annonçait belle. Néanmoins, Tom rentra chez lui assuré que s’il faisait suffisamment noir, Huck viendrait miauler sous sa fenêtre. Mais la nuit resta claire et vers minuit, Huck se retira dans l’étable qui lui servait d’abri.

   Dienzelfden avond waren Huck en Tom van zessen klaar on het waagstuk te ondernemen. Zij bleven tot na negen uren in de buurt der herberg omhangen, terwijl de een bij de steeg en de ander bij de deur der herberg wacht hield. Niemand ging het straatje in of uit; niemand die op den Spanjaard geleek, stapte naar de herberg of kwam er vandaan. Daar de nacht beloofde zeer helder te zijn, ging Tom naar huis met de afspraak, dat indien het onverhoopt nog donker werd, Huck zou komen "miauwen," en hij de deur zou uitsluipen en de sleutels probeeren. Doch de nacht bleef onbewolkt en Huck gaf het wachthouden op en ging tegen middernacht in een leege suikerton slapen.

   Il en alla de même le mardi, puis le mercredi. Le jeudi, la nuit s’annonça plus propice. Tom sortit de sa chambre muni de la lanterne de sa tante et d’une large serviette pour en dissimuler la lueur. Il cacha la lanterne dans l’étable de Huck et les deux amis commencèrent à monter la garde. À onze heures, la taverne ferma et ses lumières s’éteignirent. Personne ne s’était engagé dans l’impasse. Aucune trace de l’Espagnol. Une obscurité complète régnait sur le village. En dehors de quelques roulements de tonnerre dans le lointain, tout était parfaitement silencieux. Les auspices étaient en somme des plus favorables.

   Dinsdag hadden de knapen denzelfden tegenspoed. Woensdag ook. Doch Donderdagnacht beloofde beter te zijn. Tom sloop ter goeder ure met tantes dievenlantarentje de deur uit en nam een grooten handdoek met zich, om daarmede het licht te bedekken. Hij verborg de lantaarn in Hucks suikerton en het wachthouden begon. Tegen elf uren werd de herberg gesloten en werden de lichten, de eenige uit de geheele buurt, uitgedaan. Geen Spanjaard werd er gezien. Niemand was het steegje in- of uitgegaan. Alles was gunstig. Overal zwarte duisternis en doodelijke stilte, alleen afgewisseld door het verwijderd gerommel van den donder.

   Tom alluma sa lanterne dans l’étable, l’entoura soigneusement de la serviette, et les deux coureurs d’aventures se glissèrent dans l’ombre vers la taverne. Huck resta à faire le guet à l’entrée de l’impasse et Tom disparut. L’angoisse s’empara de Huck. Le malheureux perdit toute notion du temps. Il lui sembla qu’il attendait là depuis des siècles. Pourquoi Tom ne revenait-il pas ? Ce n’était pas possible, il s’était évanoui, ou bien il était mort. Petit à petit, Huck s’avança dans l’impasse. Il s’attendait d’un moment à l’autre à une catastrophe épouvantable qui le priverait de ses derniers moyens. Déjà, le souffle lui manquait et son cœur battait à se rompre. Soudain, il aperçut une lueur et Tom passa en trombe à côté de lui. « Sauve-toi, au nom du Ciel, sauve-toi ! » cria-t-il à Huck.

   Tom nam zijn lantaren, stak haar in de ton aan en bedekte haar zorgvuldig met den handdoek, en de avonturiers kropen in de duisternis naar de herberg. Huck bleef op schildwacht staan en Tom liep op den tast de steeg in. Al wachtende voelde Huck zich door een doodelijken angst gedrukt en hunkerde hij naar het oogenblik, waarop hij een straaltje van Toms lantaarn zou zien, opdat hij een teeken mocht hebben dat zijn kameraad nog leefde. Uren schenen voorbijgegaan sedert Tom was verdwenen. Hij was zeker flauw gevallen, wellicht dood; misschien was hem van angst en schrik het hart gebroken. In zijn angst ging Huck hoe langer hoe dichter bij de steeg staan, in vreeze van allerlei ontzettende dingen te zullen zien en elk oogenblik verwachtende dat er een ongeluk zou komen, dat hem den laatsten adem zou doen uitblazen. Daarvoor was niet veel noodig, want hij scheen nauwelijks in staat een vingerhoedje adem te halen, en zijn hart bonsde zoo geweldig, dat het welhaast moest barsten. Plotseling zag hij een lichtstraal en fluisterde Tom hem in 't oor: "Loop! loop, als ge uw leven liefhebt!"

   Un seul avertissement aurait suffi car au second « sauve-toi ! » Huck faisait déjà du quarante ou du cinquante à l’heure. Les deux amis ne s’arrêtèrent que lorsqu’ils eurent atteint un abattoir désaffecté, à l’extrémité du village. À peine y eurent-ils pénétré que l’orage éclata. La pluie se mit à tomber à torrents. Dès qu’il eut repris son haleine, Tom murmura :

   Hij behoefde het niet te herhalen; eenmaal was genoeg. Huck was in vliegenden galop voortgeijld eer het woord ten tweeden male was uitgesproken. De knapen hielden niet stil, eer zij de loods van een verlaten slachthuis hadden bereikt. Juist toen zij deze schuilplaats gevonden hadden, barstte het onweder los en stroomde de regen naar binnen. Zoodra Tom weder kon ademhalen, zeide hij:

   « Oh ! Huck, c’est effroyable ! J’ai essayé deux des clefs que j’avais prises, mais elles faisaient un tel bruit dans la serrure que je ne pouvais plus bouger. Et puis, elles ne voulaient pas tourner. Alors, sans savoir ce que je faisais, j’ai pris le bouton de la porte à pleines mains et la porte s’est ouverte. Elle n’était pas fermée à clef ! Je suis entré, j’ai découvert ma lanterne, et qu’est-ce que j’ai vu ?

   "Huck, het was verschrikkelijk! Ik probeerde twee of drie sleutels, zoo zacht als ik kon, maar zij maakten zulk een drommelsch geraas, dat ik van schrik nauwelijks op mijne beenen kon blijven staan. Ik kon het slot ook niet omdraaien. Op eens bemerkte ik, dat ik den knop vasthield en dat de deur openging. Zij was niet dicht geweest. Ik strompelde naar binnen, nam den handdoek van de lantaarn en--o, groote geest van Cesar....!"

   – Allons, parle.

   "Wat--wat zag je, Tom?"

   – Huck, j’ai failli écraser la main de Joe l’Indien.

   "Huck, ik was bijna op de hand gestapt van Injun Joe!"

   – Non !

   "'t Is toch niet waar?"

   – Si. Il était étendu de tout son long sur le plancher.

   "Ja wel. Hij lag daar, met den groenen lap op zijn oog en uitgestrekte armen op den vloer te slapen."

   – Sapristi ! Alors, qu’est-ce que tu as fait ? Il s’est réveillé ?

   "Heere, Heere! En wat heb je toen gedaan? Werd hij wakker?"

   – Non, il n’a pas bronché. Je crois qu’il était ivre. J’ai juste ramassé ma serviette et j’ai décampé.

   "Neen, hij bewoog zich niet. Zeker dronken. Ik greep den handdoek en ijlde weg."

   – Moi, je suis sûr que je n’aurais jamais pensé à ma serviette dans un moment pareil.

   "Waarachtig, ik zou niet eens aan den handdoek gedacht hebben!"

   – J’étais bien forcé. Ma tante aurait fait une histoire de tous les diables si je l’avais perdue.

   "Nu, ik wel. Tante zou mij krijgen, als ik hem verloren had."

   – Dis donc, Tom, tu as vu le coffre ?

   "Zeg, eens, Tom, heb je de kist gezien?"

   – Je ne suis pas resté à inspecter les lieux. Je n’ai vu ni le coffre ni la croix. Je n’ai vu, en fait, qu’une bouteille vide et un gobelet posés auprès de Joe. Oui, et j’ai vu aussi deux barriques et un tas d’autres bouteilles dans la pièce. Comprends-tu maintenant pourquoi on peut dire que cette chambre est hantée ?

   "Huck, ik heb niet gewacht on rond te kijken; ik heb de kist niet gezien en ik heb het kruis niet gezien. Ik zag niets dan een flesch en een tinnen kroes op den grond naast Injun Joe. Ja toch, ik zag twee vaatjes en een menigte flesschen in de kamer. Vat je nu niet, wat ze in die spookkamer uitvoeren?"

   – Non, je ne saisis pas.

   "Wat dan?"

   – Mais voyons, elle est hantée par le whisky ! Il y a bien des chances pour que toutes les tavernes qui ne paient pas patente pour vendre de l’alcool aient une chambre hantée, mon vieux.

   "Wel, zij spookt van de brandewijnvaatjes, 't Is best mogelijk, dat al de Matigheidsherbergen zoo'n spookkamer hebben, Huck."

   – Comme tu dis ! Qui aurait cru une chose pareille, hein ? Seulement, Tom, voilà le moment ou jamais de rafler le coffre si Joe est ivre.

   "Ja, dat kan wel. Wie zou dat ooit gedacht hebben! Maar Tom, 't is nu juist een allemachtig goed oogenblik on de kist te krijgen, als Injun Joe dronken is."

   – Tu crois ? Eh bien, essaie un peu ! »

   "Dat is waar! Wil je het probeeren?"

   Huck frissonna.

   Huck sidderde.

   « Je pense que… Après tout, j’aime mieux pas.

   "Neen, liever niet."

   – Moi non plus, Huck. Une seule bouteille auprès de Joe, ce n’est pas assez. S’il y en avait eu trois, je ne dis pas. J’aurais tenté le coup.

   "Ik ook niet, Huck. Eén flesch naast Injun Joe is niet genoeg. Indien er drie gestaan hadden, zou ik het gedaan hebben."

   Er volgde een lange pauze; eindelijk zeide Tom:

   – Écoute-moi, Huck, reprit Tom après un instant de réflexion. Attendons d’être certains que Joe n’est pas au numéro 2 pour fouiller la chambre. En montant la garde toutes les nuits, nous finirons bien par le voir sortir. Alors, nous nous précipiterons et nous lui chiperons son coffre en cinq sec. Autrement, c’est trop dangereux.

   "Zie eens Huck, ik geloof dat het beter is, dat zaakje niet te probeeren, totdat we weten dat Injun Joe er niet is. 't Is te vreeselijk.--Nu, indien wij elken nacht de wacht houden, kunnen wij er zeker van zijn, hem den of anderen tijd de kamer te zien uitgaan, en dan zullen wij de kist er zoo gauw mogelijk uithalen."

   – Bon, j’accepte. Je veux bien monter la garde toute la nuit et tu te charges de la monter dans la journée.

   "Uitmuntend. Ik zal den heelen nachten waken en zal dat de eerste weken blijven doen, als jij het andere deel van de karwei op je neemt."

   – Ça va. Si tu vois quelque chose, tu viendras faire miaou sous ma fenêtre. Si je dors trop dur, tu lanceras du sable. Ça me réveillera.

   "Goed, ik beloof het je. Al wat jij te doen hebt, is op een draf te loopen naar Hooper-street en te miauwen; en als ik slaap, gooi je maar wat zand tegen het raam, dan word ik wel wakker.

   – Tope là, mon vieux.

   "Best, dat blijft afgesproken."

   – Maintenant, Huck, l’orage est fini. Je vais rentrer chez moi. Il va faire jour dans deux heures. Tu monteras la garde jusque-là ?

   "Nu, Huck, het onweder is voorbij en ik ga naar huis. Over een paar uren breekt de dag aan. Jij gaat terug en blijft wachten, niet waar?"

   – Puisque je te le dis. Je surveillerai cette taverne pendant un an s’il le faut. Je veillerai la nuit et dormirai le jour.

   "Ik heb gezegd, Tom, dat ik het doen zal en ik zal het doen. Ik zal een jaar lang om de herberg blijven ronddolen. Ik zal over dag slapen en 's nachts waken."

   – Entendu, mais où dormiras-tu ?

   "Dat is goed. Waar ga je dan slapen?"

   – Dans la grange de Ben Rogers. Il m’en a donné la permission et son vieux nègre aussi. Tu sais, l’oncle Jake. Je tire souvent de l’eau pour l’oncle Jake et il me donne quelquefois un morceau à manger. C’est un brave nègre, Tom. Il m’aime bien parce que je ne le traite pas de haut. Seulement, il ne faudra pas le répéter. Quand on a le ventre creux, on fait quelquefois ce qu’on ne ferait pas si l’on avait mangé à sa faim.

   "In de hooischuur van Ben Rogers. Hij laat mij dat vrij doen, en de zwarte knecht van zijn ouden heer, oom Jack, vindt het ook goed. Ik draag wel eens water voor oom Jack, en hij geeft mij, als hij het missen kan, nu en dan een beetje eten. 't Is een verduiveld goede nikker, die Jack, Tom!--Hij houdt van mij, omdat ik niet altijd doe alsof ik voornamer ben dan hij. Wij hebben ook wel eens samen gegeten. Maar dat moet je niet vertellen. Een mensch doet soms dingen, als hij honger heeft, die hij laten zou, als hij altijd genoeg kreeg."

   – Allons, si je n’ai pas besoin de toi dans la journée, je te laisserai dormir. En tout cas, c’est promis, hein ? Si tu vois quelque chose d’anormal pendant la nuit, tu viens miauler sous ma fenêtre. »

   "Nu, als ik je over dag niet noodig heb, Huck, zal ik je laten slapen. Ik zal je niet komen plagen. Als je 's nachts wat ziet, loop dan even aan om te miauwen."

Text from ebooksgratuits.com
Audio from audiocite.com