De avonturen van Alice

   JE weet niet hoe blij ik ben je hier te zien, lieve kind,’ zei de Hertogin en zij stak haar arm hartelijk in die van Alice. Zij wandelden samen verder.

   "Nedovedete si ani pomyslit, jak jsem ráda, že vás zase vidím, staroušku," řekla Vévodkyně, strkajíc Alence přátelsky ruku pod paži a odcházejíc s ní.

   Alice was heel blij dat de Hertogin in zo'n goed humeur was en zij dacht bij zichzelf dat het misschien alleen de peper was, die haar zo boos gemaakt had, toen zij haar in de keuken ontmoette.

   Alenka byla velmi ráda, že ji nachází v tak dobré náladě, a pomyslila si, že to snad byl jen pepř, který ji činil tak sveřepou, když ji viděla v kuchyni.

   ‘Als ik Hertogin word,’ zei ze bij zichzelf (maar niet erg hoopvol) ‘zou ik helemaal geen peper in mijn keuken willen hebben. Het is nergens voor nodig dat er peper in de soep gaat en misschien maakt peper mensen juist zo opvliegend’ dacht zij verder, erg blij dat ze dit had ontdekt, ‘en azijn maakt ze zuur en kamille maakt ze bitter - en - en zuurtjes en zo maakt de kinderen zoet. Ik wou dat de mensen dat eens gingen inzien, dan zouden zij er niet zo zuinig mee zijn.’

   "Až já budu Vévodkyní," řekla si k sobě(ne však příliš nadějným tónem), "nedovolím ve své kuchyni vůbec žádný pepř. Polévka se docela dobře obejde bez něho -. Možná že je to vůbec pepř, který činí lidi tak štiplavými," pokračovala, velmi potěšena, že vynalezla nové pravidlo, " a ocet, jenž je činí kyselými - a heřmánek, jenž je činí hořkými - a - a cukr a takové věci, které činí děti sladkými. Kéž by to lidé jenom věděli, pak by nebyli na cukr tak skoupí, víte -"

   Zij had de Hertogin helemaal vergeten en schrok een beetje toen zij haar stem vlak bij haar oor hoorde: ‘Je denkt ergens aan liefje, en daardoor vergeet je te praten. Ik weet niet precies wat de moraal daarvan is, maar ik zal er zo wel opkomen.’

   Docela při tom zapomněla na Vévodkyni, a trochu se ulekla, když zaslechla její hlas poblíž svého ucha. "Vy o něčem přemýšlíte, má drahá, a pro přemýšlení zapomínáte na řeč. Nedovedu vám hned povědět, jaké z toho plyne mravní naučení, ale vzpomenu si za chvíli."

   ‘Misschien heeft het geen moraal,’ waagde Alice op te merken.

   "Možná že žádné," odvážilase Alenka podotknouti.

   ‘Tut, tut, kind,’ zei de Hertogin, ‘alles heeft een moraal, je moet hem alleen maar vinden.’ En zij drukte zich nog wat dichter tegen Alice aan, terwijl zij dit zei.

   "Oh, oh - dítě, dítě!" řekla Vévodkyně. "Z každé věci plyne mravní naučení, jen když je dovedeme najít." A při těch slovech se přitiskla těsněji k Alence.

   Alice vond het niets prettig dat ze zo erg dicht bij haar kwam. Ten eerste was de Hertogin erg lelijk, ten tweede was ze precies zo groot, dat ze haar kin op de schouder van Alice kon zetten en was het een onaangenaam scherpe kin. Maar zij wilde niet onbeleefd zijn en daarom verdroeg zij het zo goed als ze kon.

   Alence se příliš nelíbilo mít ji tak blízko: za prvé, protože Vévodkyněbyla velmi ošklivá, a za druhé, poněvadž byla právětak vysoká, aby mohla opřít svou bradu o Alenčino rameno a byla to nepříjemněostrá brada. Nechtějíc však býti nezdvořilou, snášela to Alenka, jak nejlépe dovedla.

   ‘Het spel schijnt nu wel wat vlotter te gaan’ zei ze om het gesprek een beetje op gang te houden.

   "Hra se teďzdá pokračovati lépe," řekla.

   ‘Dat is waar,’ zei de Hertogin, ‘en de moraal daarvan is: 't Is liefde enkel wat de wereld rond doet draaien.’

   "Tak jest," řekla Vévodkyně, "a z toho plyne mravní naučení - ,Oh, je to láska, je to láska, kterou se točí svět!` "

   ‘Ik heb iemand horen zeggen,’ fluisterde Alice, ‘dat die goed draait, wanneer ieder zich met zijn eigen zaken bemoeit.’

   "Kdosi nedávno řekl," zašeptala Alenka, "že se svět točí tím, že si každý hledí svého!``

   ‘Zeker, dat is hetzelfde,’ zei de Hertogin en boorde haar scherpe kin in de schouder van Alice, ‘en de moraal daarvan is: Pas op de zin, dan zullen de woorden wel op zich zelf passen!’

   "Nu ovšem - znamená to do jisté míry totéž," řekla Vévodkyně, zabořujíc svou ostrou bradu do Alenčina ramene, když dodávala, "az toho plyne mravní naučení-,Postarej se o smysl, a slova se už o sebe postarají.` "

   ‘Zij vindt het blijkbaar erg prettig om de moraal van alles te zoeken!’ dacht Alice.

   "Jak ráda ve všem nachází mravní naučení!" pomyslila si Alenka.

   ‘Je verbaast je er waarschijnlijk over dat ik mijn arm niet om je middel sla,’ zei de Hertogin na een poosje, ‘maar ik vertrouw het karakter van je flamingo niet helemaal. Zal ik het eens wagen?’

   "Jistěbyste ráda věděla, pročvám neovinu ruku kolem pasu," řekla Vévodkyněpo malé přestávce. "Důvod je ten, že nedůvěřuji povaze vašeho plameňáka. Mám to zkusit?"

   ‘Hij kan best bijten,’ zei Alice voorzichtig, die niet veel voelde voor het experiment.

   "Mohl by štípnout," odpověděla opatrněAlenka, nemajíc vůbec žádné chuti, aby se to zkusilo.

   ‘Heel juist,’ zei de Hertogin, ‘flamingo's en mosterd bijten allebei. En de moraal daarvan is: Vogels van dezelfde pluimage vliegen samen.’

   "Máte pravdu," řekla Vévodkyně. "Plameňáci a hořčice štípou. A z toho plyne mravní naučení - ,Vrána k vráněsedá, jeden pták druhého hledá.` "

   ‘Maar mosterd is geen vogel,’ merkte Alice op.

   "Jenže hořčice není pták," poznamenala Alenka.

   ‘Precies,’ zei de Hertogin, ‘wat kan jij de dingen duidelijk uitleggen.’

   "Správně, jako obvykle," řekla Vévodkyně. "Jak jasněse dovedete vyjadřovat!"

   ‘'t Is een mineraal, geloof ik,’ zei Alice.

   "Je to - nerost, myslím," řekla Alenka.

   ‘Natuurlijk,’ zei de Hertogin, die blijkbaar instemde met alles wat Alice zei, ‘er is hier een grote mosterdmijn in de buurt. En de moraal daarvan is: Hoe meer het mijn, hoe minder het dijn.’

   "Ovšem že je to nerost," řekla Vévodkyně, která se zdála být ochotnasouhlasit se vším, co Alenka řekne; "nedaleko odsud je několik hořčičných dolů. A mravní naučení z toho plyne - ,Čím víc jde moje dolů, tím víc jde vaše nahoru.

   ‘O, nu weet ik het,’ riep Alice, die op deze laatste opmerking niet had gelet, ‘het is een groente. Het ziet er wel niet zo uit, maar het is er toch een.’

   "Oh, užvím!" zvolala Alenka, která přeslechla poslední poznámku. "Je to rostlina. Nevypadá jako rostlina, ale je."

   ‘Ik ben het volkomen met je eens,’ zei de Hertogin, ‘en de moraal daarvan is: Wees zoals je wilt lijken of als je het wat eenvoudiger wilt: Verbeeld je nooit anders te zijn dan wat anderen denken dat je was of zou zijn niet anders was wat ze anders denken dat je was.’

   "Úplněs vámi souhlasím," řekla Vévodkyně; "a z toho plyne mravní naučení - ,Buď takovou, jakou by ses přála zdát` nebo, chcete-li, abych to řekla jednodušeji - ,Nikdy si nepředstavuj, že nejsi jinaká, než co by sejiným mohlo zdáti, že to, co jsi, či co jsi byla, nebo mohla býti, nebylo jinaké než to, Co jsi byla, by se jim bylo zdálo býti jinakým.` "

   ‘Ik geloof dat ik dat beter zou begrijpen,’ zei Alice, ‘als ik het eens voor me zag, maar ik kan het eigenlijk niet goed volgen zoals u het nu zegt.’

   "Tomu bych, myslím, rozuměla lépe," řekla Alenka velmi zdvořile, "kdybych to viděla napsáno. Ale obávám se, že vás nedovedu dost přesněsledovat, když to povídáte."

   ‘Dat is nog niets bij wat ik zou kunnen zeggen als ik wilde,’ antwoordde de Hertogin gestreeld.

   "To není nic u srovnání s tím, co bych dovedla povědět, kdybych chtěla," řekla Vévodkyně, zřejměpotěšena.

   ‘Maar doet u heus geen moeite om het nog wat langer te zeggen,’ zei Alice.

   "Jen se, prosím, nenamáhejte říci něco ještědelšího," řekla Alenka.

   ‘Maar helemaal geen moeite,’ zei de Hertogin, ‘ik geef je alles wat ik gezegd heb cadeau.’

   "Ó, nemluvte o námaze!" řekla Vévodkyně. "Dávám vám darem všechno, co jsem dosud řekla."

   ‘Een goedkoop soort cadeau!’ dacht Alice, ‘ik ben blij dat ze niet zulke verjaarscadeautjes geven!’ Maar zij dorst dit niet hardop te zeggen.

   "Laciný dar!" pomyslila si Alenka. "Jsem ráda, že se takové dary nedávají k svátku!" Ale neodvážila se to říci nahlas.

   ‘Weer aan het denken?’ vroeg de Hertogin en boorde haar kin weer wat vaster in de schouder van Alice.

   "Už opět přemýšlíme?" ptala se Vévodkyně, znovu. ji rýpnuvši bradou do ramene.

   ‘Ik heb toch het recht om te denken,’ zei Alice, want zij begon zich nu wat te ergeren.

   "Mám právo přemýšlet," řekla Alenka ostře, neboťuž začínala být trochu podrážděna.

   ‘Evenveel recht,’ zei de Hertogin, ‘als biggen hebben om te vliegen en de mo -’

   "Asi zrovna tolik práva," řekla Vévodkyně, "jako má vepřík lítat; a z toho plyne m --"

   Maar nu zweeg de stem van de Hertogin plotseling tot Alice's grote verrassing precies in het midden van haar geliefde woord ‘moraal’ en de arm die in de hare was gestoken begon te beven. Alice keek op en daar stond de Koningin, vlak tegen over hen, met gevouwen armen en een blik als een donderwolk.

   Ale zde, k Alenčinu velkému překvapení, Vévodkyni hlas selhal, zrovna na začátku jejích oblíbených slov "mravní naučení", a ruka, kterou byla do Alenky zavěšena, se začala třást. Alenka pozvedla oči, a tu před nimi stála Královna, ruce založeny, zamračena jako velká bouřka.

   ‘Mooi weer vandaag, Majesteit,’ begon de Hertogin bevend.

   "Krásný den, Vaše Veličenstvo," začala Vévodkynětichým slabým hlasem.

   ‘Ik waarschuw je nog één keer,’ riep de Koningin en zij stampte daarbij op de grond, ‘of jij of je hoofd moet verdwijnen en wel in minder dan de helft van geen tijd. Doe wat je wilt!’

   "Chci vás upřímněvarovat," vykřikla Královna a dupla při tom nohou o zem; "buďodtud zmizíte vy, nebo vaše hlava a to asi o vteřinu dříve než hned! Tak si vyberte!"

   De Hertogin deed wat zij wou en in een ogenblik was ze uit het gezicht.

   Vévodkyněsi vybrala a v okamžiku byla ta tam.

   ‘Kom, laten we weer gaan spelen,’ zei de Koningin tot Alice en Alice was veel te bang om een woord uit te brengen, maar liep langzaam achter haar aan naar het croquetveld.

   "Pokračujme ve hře," řekla Královna k Alence. Alenka byla příliš ustrašena, než aby něco řekla, a zvolna ji následovala na hřiště.

   De andere gasten hadden gebruik gemaakt van de afwezigheid van de Koningin en lagen in de schaduw wat te rusten. Maar toen zij haar aan zagen komen, holden ze allen terug naar het spel. De Koningin zei enkel dat één ogenblik uitstel hun het leven zou kosten.

   Ostatní hosté využili Královniny nepřítomnosti a odpočívali ve stínu; ihned však, jak ji spatřili, spěchali ke hře, provázeni Královninou poznámkou, že odklad jen jediného okamžiku je bude státi život.

   Terwijl zij aan het spelen waren, hield de Koningin niet op om ruzie te maken met andere spelers en te roepen ‘Zijn hoofd eraf!’ of ‘Haar hoofd eraf!’ De veroordeelden werden bewaakt door de soldaten, die dan niet meer voor poortje konden dienen, zodat er na een half uur niet één poortje meer over was en alle spelers behalve de Koning, de Koningin en Alice gevangen waren genomen en ter dood veroordeeld.

   Po celý čas, co hráli, Královna ani na okamžik neustala v hádce s ostatními hráči a ve výkřicích "Tomu hlavu dolů!" nebo "Té hlavu dolůi" Ti, které takto odsoudila, byli zatčeni vojáky, kteří ovšem, aby se vězněmohli ujmout, museli přestat býti brankami, takže za nějaké půl hodiny tu nebylo žádných branek, a všichni hráči mimo Krále, Královnu a Alenku byli ve vazběpod rozsudkem smrti.

   Toen hield de Koningin volkomen buiten adem op en zei tegen Alice: ‘Heb jij de Soepschildpad al gezien?’

   Tu ustala i Královna, celá udýchaná, a řekla Alence: "Viděla jste už Falešnou Želvu?"

   ‘Nee,’ zei Alice, ‘ik weet helemaal niet wat een Soepschildpad is.’

   "Neviděla," řekla Alenka; "a ani nevím, co to je - Falešná Želva."

   ‘Dat is het beest waarvan schildpadsoep gemaakt wordt,’ zei de Koningin.

   "To je to, z čeho se dělá falešná želví polévka," řekla Královna.

   ‘Ik heb er nog nooit van gehoord,’ zei Alice.

   "Nikdy jsem ji neviděla ani o ní neslyšela," řekla Alenka.

   ‘Kom dan mee,’ zei de Koningin, ‘hij zal je zijn geschiedenis vertellen.’

   "Pojďte za mnou," pravila Královna, "a ona vám poví příběh svého života."

   Toen ze samen wegwandelden hoorde zij de Koning tegen het hele gezelschap zeggen: ‘Ik verleen jullie allemaal gratie.’ ‘Dat is nu eens goed,’ zei ze bij zichzelf, want ze vond het verschrikkelijk dat de Koningin zoveel doodvonnissen had uitgesproken.

   Když spolu odcházely, zaslechla Alenka, jak Král praví tiše celé společnosti: "Všichni jste dostali milost." "Nu, takhle je to dobré!" řekla si Alenka k sobě, neboťse cítila velice nešťastnou nad množstvím poprav, které Královna nařídila.

   Ze kwamen al heel gauw bij een Griffioen, die in de zon vast lag te slapen. (Als je niet weet wat een griffioen is, kijk je maar op het plaatje). ‘Sta op luilak,’ zei de Koningin, ‘en breng deze jonge dame naar de Soepschildpad om zijn geschiedenis te horen. Ik moet terug naar mijn doodvonnissen,’ en zij liep weg en liet Alice alleen met de Griffioen. Het uiterlijk van dit beest beviel Alice niet erg, maar ze vond dat het tenslotte even veilig was om hier te blijven als om die boze Koningin achterna te gaan en daarom bleef ze.

   Velmi brzy došly k podivnému stvoření, jež leželo a spalo na slunci; mělo lví tělo, ale hlavu a křídla orlí - a podle toho Alenka poznala, že před sebou má velkého Gryfona neboli Noha, kterého znala z bájí. (Nevíte-li jak vyhlíží Noh, podívejte se na obrázek.) "Vzhůru, lenochu !" řekla Královna, "a doveďtuto mladou dámu k Falešné Želvě, která jí poví svou historii. Já se musím vrátit a dohlédnout na nějaké ty popravy, které jsem nařídila," a odešla, zanechavši Alenku samotnu s Gryfonem. Alence se valněnelíbil vzhled tohoto stvoření, ale pomyslila si, že to bude celkem stejněbezpečné zůstat s ním, jako kdyby šla za onou nelidskou Královnou; a tak vyčkala.

   De Griffioen was gaan zitten en wreef in zijn ogen. Toen keek hij of de Koningin niet meer te zien was en toen grinnikte hij. ‘Wat een mop,’ zei hij half in zichzelf, half tegen Alice.

   Gryfon se posadil a protíral si oči; potom se díval za Královnou, až byla z dohledu, a nato se pro sebe zasmál. "Jak je to směšné!" řekl napůl k soběa napůl k Alence.

   ‘Wat is een mop?’ zei Alice.

   "Co je směšné?" řekla Alenka.

   ‘Ach’, zei de Griffioen, ‘dat denk ze allemaal maar, er wordt nooit niemand tereggesteld. Kom mee!’

   "Nu ona," řekl Gryfon. "Je to všechno jen její fantazie; oni, víte, nikdynikoho nepopraví. Pojďte za mnou!"

   ‘Iedereen zegt hier Kom mee,’ dacht Alice toen zij langzaam achter hem aan liep, ‘ik ben nog nooit zoveel gecommandeerd in mijn leven, nog nooit!’

   "Každý tu říká ,pojďte za mnou!` " pomyslila si Alenka, kráčejíc zvolna za ním; "co jsem na světě, nikdo se mi nikdy tolik nenaporoučel, nikdy!"

   Het was geen lange wandeling voor zij de Soepschildpad zagen. Deze zat droevig en eenzaam op een klein rotsblok en toen zij dichter bij hem kwamen, hoorde Alice hem zuchten of zijn hart zou breken. Zij had diep medelijden met hem. ‘Wat scheelt hem?’ vroeg zij aan de Griffioen en de Griffioen antwoordde bijna met dezelfde woorden als daarnet: ‘Dat denktie maar, hem scheelt helemaal niks, weet je. Kom mee!’

   Nešli dlouho, když v dálce uviděli Falešnou Želvu, sedící smutněa osaměle na malém výstupku skal, a když přišli blíže, slyšela ji Alenka vzdychat, jako by jí mělo srdce puknout. Přišlo jí Želvy hluboce líto. "Co ji rmoutí?" otázala se Gryfona, a Gryfon odpověděl skoro týmiž slovy jako předtím. "Je to všechno jen její fantazie: nic ji nermoutí, víte. Pojďte za mnou!"

   Dus gingen ze naar de Soepschildpad, die hen met grote ogen vol tranen aankeek, maar niets zei.

   Došli tedy k Falešné Želvě, která se na něpodívala velkýma očima plnýma slz, ale neřekla nic.

   ‘Deze jonge dame,’ zei de Griffioen, ‘wil je geschiedenis horen.’

   "Tuhleta mladá dáma," řekl Gryfon, "by si tedy jako přála slyšet vaši historii - tož tak."

   ‘Ik zal hem vertellen,’ zei de Soepschildpad met een diepe holle stem, ‘gaan jullie allebei zitten en zeg geen woord tot ik klaar ben.’

   "Budu jí ji vyprávět," promluvila Falešná Želva hlubokým dutým hlasem. "Sedněte si oba a ani nehlesněte, dokud neskončím."

   Zij gingen zitten en niemand zei meer iets. Alice dacht: ‘Ik begrijp niet hoe hij ooit klaar kan komen als hij helemaal niet begint.’ Maar zij wachtte geduldig.

   Oba si tedy usedli a po několik okamžikůnikdo nepromluvil slova. Alenka si pro sebe pomyslila: "To nevím, jak se kdy může dostat ke konci, jestliže vůbec nezačne." Ale čekala trpělivě.

   ‘Eens,’ zei de Soepschildpad tenslotte met een diepe zucht, ‘was ik een echte schildpad.’

   "Jednou," řekla konečněFalešná Želva s hlubokým povzdechem, "jsem byla skutečnou Želvou."

   Op deze woorden volgde een heel lange stilte, die alleen onderbroken werd door een enkel luid ‘Hatsjie’ van de Griffioen en het voortdurende gesnik van de Soepschildpad. Alice was bijna van plan om op te staan en te zeggen: ‘Dank u wel voor uw interessant verhaal, mijnheer,’ maar zij dacht dat er toch nog beslist iets moest komen en daarom bleef ze zitten en zei niets.

   Po těch slovech následovalo dlouhé mlčení, přerušované jenom občasným výkřikem "Hjkkrrh!", který ze sebe vyrážel Gryfon, a neustálým, úpěnlivým lkaním Falešné Želvy. Alenka by byla málem vstala a řekla: "Děkuji vám, milostivá paní, za vaše zajímavé vyprávění," nemohla se však zbavit dojmu, že ještěněco musí přijít, tak seděla tiše a neříkala nic.

   ‘Toen wij klein waren,’ ging de Soepschildpad eindelijk verder (hij was nu iets rustiger, al snikte hij nog zo nu en dan) ‘gingen we in zee op school. De meester was een oude Schildpad - wij noemden hem Roodschild.’

   "Když jsme byly malé," ujala se konečněFalešná Želva znovu řeči, poněkud klidněji, ačještětu a tam zavzdychla, "chodily jsme do podmořní školy."

   ‘Waaromnoemde u hem Roodschild!’ vroeg Alice, ‘was hij zo rijk?’

   "Pročpodmořní - říká se podmořská," řekla Alenka.

   ‘Omdat hij socialist was natuurlijk,’ zei de Soepschildpad boos, ‘jij bent ook niet erg snugger!’

   "Může se říkat podmořní, když se může říkat námořní," řekla Falešná Želva hněvivě; "vy jste opravdu velmi tupá!"

   ‘Je moest je schamen om zulke domme dingen te vragen!’ voegde de Griffioen er aan toe en toen zaten ze allebei een tijdje naar de arme Alice te staren, die niet wist waarheen zij kijken moest. Tenslotte zei de Griffioen tegen de Soepschildpad: ‘Ga verder kerel en schiet nou een beetje op!’ En deze ging verder:

   "Měla byste se stydět, že nepochopíte takové jednoduché věci," dodal Gryfon; a oba seděli mlčky a hleděli na ubohou Alenku, která by se byla nejraději do zeměpropadla. Konečně řekl Gryfon Falešné Želvě: "Tak jen dál, starý brachu! Nespotřebuj na to celý den!" A Falešná Želva pokračovala těmito slovy:

   ‘We gingen dus in zee op school of je het gelooft of niet -’

   "Ano, chodily jsme do školy pod mořem, ačse vám to nechce věřit - -"

   ‘Ik heb helemaal niet gezegd dat ik het niet geloofde!’ zei Alice.

   "Nikdy jsem neřekla, že se mi to nechce věřit!" přerušila ji Alenka.

   ‘Dat heb je wel,’ snauwde de Soepschildpad.

   "Řekla," pravila Falešná Želva."

   ‘Hou je mond!’ voegde de Griffioen er aan toe voor Alice weer iets kon zeggen. De Soepschildpad ging verder:

   A mlčte!" dodal Gryfon, dříve než Alenka mohla opět ústa otevřít. Falešná Želva pokračovala:

   ‘Het was een heel goede opvoeding, we gingen iedere dag naar school.’

   "Dostalo se nám toho nejlepšího vzdělání - ba chodily jsme do školy každý den --"

   ‘Dat doe ik ook,’ zei Alice, ‘daar hoeft u heus niet zo trots op te zijn.’

   "Já jsem také chodila do školy denně," řekla Alenka, "a moje sestra byla v pensionátě. Tak nemusíte být tak příliš pyšná."

   ‘Met facultatieve vakken?’ vroeg de Soepschildpad een beetje bezorgd.

   "A byly tam také mimořádné předměty?" otázala se Falešná Želva poněkud úzkostlivě.

   ‘Ja,’ zei Alice, ‘Frans en muziek.’

   "Ano," řekla Alena, "franština a klavír."

   ‘En wassen?’ zei de Soepschildpad.

   "A prádlo?" řekla Falešná Želva.

   ‘Natuurlijk niet!’ zei Alice verontwaardigd.

   "Zajisté že ne," řekla Alenka s nevolí.

   ‘O, dan is het geen goede school,’ zei de Soepschildpad opgelucht, ‘nee, wij hadden nog extra Frans, muziek en wassen.’

   "Ah! - to nemohl být žádný dobrý pensionát," řekla Falešná Želva .se značným ulehčením. "To v našem jsem měly na konci školního účtu: ,franština, klavír a - prádlo - mimořádně`."

   ‘Dat was toch nergens voor nodig,’ zei Alice, ‘als U op de bodem van de zee woonde.’

   "Toho jste mnoho nemohly potřebovat," řekla Alenka, "když jste žily na dněmořském."

   ‘Ik had er jammer genoeg geen gelegenheid voor,’ zei de Soepschildpad zuchtend, ‘ik volgde alleen de gewone cursus.’

   "Já si to také nemohla dovolit brát," řekla Falešná Želva s povzdechem; "já měla jen povinné předměty."

   ‘Wat was dat?’ vroeg Alice.

   "A které předměty byly povinné?" otázala se Alenka.

   ‘Pezen en drijven om te beginnen natuurlijk,’ antwoordde de Soepschildpad, ‘en dan verschillende onderdelen van het rekenen: opzwellen, aftrappen, vermenigschuldigen en stelen.’

   "Nu, v první řaděovšem čpění a spaní," odpověděla Falešná Želva; "a pak různé druhy počtů, jako trojčení, čtveračení, zlomeniny a podobné. Ve vyšších třídách tomu říkali ,motyka`."

   ‘Wat is vermenigschuldigen?’ dorst Alice te zeggen, ‘daar heb ik nog nooit van gehoord.’

   "Proč,motyka`?" odvážila se Alenka otázky.

   De Griffioen stak zijn poten in de lucht van verbazing. ‘Nog nooit gehoord van vermenigschuldigen,’ riep hij uit, ‘je weet wat menig is en je weet wat schuldig is, denk ik’

   Gryfon zvedl oběruce v údivu. "Co! Ani to nechápete?" zvolal. "Doufám, že víte, co se dělá s motykou?"

   ‘Ja,’ zei Alice weifelend, ‘menig is veel en schuldig ben je als je iets gedaan hebt dat niet mag.’

   "Ano," řekla Alenka. "Kope."

   ‘Nou,’ ging de Griffioen verder, ‘als je dan nog niet weet wat vermenigschuldigen is, dan ben je wel heel dom.’

   "No tak," pokračoval Gryfon; "a jestliže potom nevíte, pročse těm vyšším počtům říká motyka, pak musíte být úplný blbeček."

   Alice dorst niet meer te vragen en zij keerde zich naar de Soepschildpad en zei: ‘Wat leerde u daar verder?’

   Alenku to nepovzbudilo, aby v této věci kladla další otázky, obrátila se tedy k Falešné Želvě a řekla: "A co jiného jste se učili?"

   ‘Wel, zeeografie,’ zei de Soepschildpad en telde de vakken af op zijn vinnen, ‘zeeografie en vaderhandse verbiedenis.’

   "Nu - tak tu byla za prvé mysterie," odpověděla Falešná Želva, odpočítávajíc předměty na svých ploutvích, " - mysterie stará, střední a nová - a pak mořepis; - a pak různé druhy krášlení; učitelem krášlení byl starý úhořa ten přicházel jednou týdněa učil nás také lisování a natahování."

   ‘Wat was dat dan?’ zei Alice.

   "Jak jste to dělali?" řekla Alenka.

   ‘Ik zal het je maar niet voordoen,’ zei de Soepschildpad, ‘want het doet pijn. En de Griffioen heeft het nooit geleerd.’

   "Mněje to těžko předvést," řekla Falešná Želva, "jsem na to příliš tuhá. A Gryfon k němu nechodil."

   ‘Ik had geen tijd,’ zei de Griffioen, ‘ik had een leraar in oude talen, die maakte de hele klas ziek, het was een oude krab.’

   "Neměl kdy," řekl Gryfon, "já bral klasické předměty. Učil nás starý červotoč."

   ‘Ik ben één keer bij hem geweest,’ zuchtte de Soepschildpad, ‘toen kreeg ik Lachpijn en Griep.’

   "K tomu já nechodila," řekla Falešná Želva s povzdechem; "říkali, že učí látaniněa brečtině."

   ‘Zo was het, zo was het,’ zuchtte de Griffioen op zijn beurt en beide dieren verborgen hun gezichten in hun poten.

   "Ano, brečtině, brečtině," řekl Gryfon, a tu opět povzdechl on, a oběstvoření skryla tváře do pracek.

   ‘En hoeveel uren per dag had u school?’ zei Alice, die gauw over iets anders wou beginnen.

   "A kolik hodin dennějste měli?" zeptala se Alenka, rychle měníc předmět hovoru.

   ‘De eerste dag tien uur,’ zei de Soepschildpad, ‘de tweede negen uur en zo verder.’

   "Tak prvý den to bylo deset hodin," řekla Falešná Želva; "druhý den devět, a tak dále."

   ‘Wat raar!’ riep Alice.

   "Jaký podivný rozvrh!" zvolala Alenka.

   ‘Helemaal niet raar,’ zei de Griffioen, ‘we gingen er heen om onderwijs te genieten en daar geniet je iedere dag minder van.’

   "Říká se jim hodiny," poznamenal Gryfon, "protože se s nimi na konec hodí."

   Dit was een heel nieuw gezichtspunt voor Alice en zij dacht er een beetje over na voor zij verder ging: ‘Had u de elfde dag dan vrij?’

   Tato myšlenka byla pro Alenku tak nová, že se nad ní na chvíli zamyslila, než položila další otázku. "A to tedy jedenáctý den muselo být prázdno?"

   ‘Natuurlijk,’ zei de Soepschildpad.

   "Ovšemže bylo," řekla Falešná Želva.

   ‘En wat deed u dan de twaalfde?’ vroeg Alice vlug.

   "A jak to potom bylo dvanáctého dne?" pokračovala Alenka zvědavě.

   ‘We hebben nu lang genoeg over lessen gepraat,’ onderbrak de Griffioen op besliste toon, ‘vertel haar eens iets over de spelletjes.’

   "Tak to už je dost o těch hodinách," přerušil je Gryfon rozhodným tónem; "povězte jí teď něco o hrách."